Bonen

Bonen kweken
De boon behoort tot de familie van de vlinderbloemigen. Typisch zijn de knobbeltjes aan de wortels, hierin slaat de boon stikstof op. De officiële benaming is: Phaseolus vulgaris. Behalve voor de pronkboon, het enige buitenbeentje, die heet officieel: Phaseolus Coccineus. Van elke bonensoort zijn er lage en hoge rassen. De lage types (stambomen of struikbonen) worden circa 35 - 35 cm hoog en groeien snel. De hoge bonen slingeren zich rond een bamboe of tonkinstok of hekwerk de lucht in. Ook wel stokbonen, staakbonen of klimbonen genoemd. Zij kunnen een hoogte van 2,5 meter bereiken. Deze bonen hebben dus meer tijd nodig als de lage bonen. De bloei en de oogst valt dan ook wat later. Maar de opbrengst daarentegen is weer hoger. In een jong stadium eet je de peul. Als die peul wat draderig en taai wordt, eet je de verse dopboon. Laat je de peul nog wat langer hangen, verdrogen ze en oogst je de boon als droogboon, ook wel stamboon genoemd. Deze zijn zo hard (en droog) dat ze lang bewaard kunnen worden. Ze moeten voorgeweekt en lang gekookt worden, voordat ze eetbaar zijn. Alle bonenrassen worden op dezelfde manier gezaaid.

Hieronder de verschillende bonen soorten: Stambonen of Droogbonen, Sperziebonen of Slabonen, Snijbonen en Tuinbonen

Bonen zaaien, bonen telen of bonen kweken, koop uw groentezaden bij inTuinen.nl